terwijl de lentezon mij gijzelde op een bankje, wandelde de-wereld-in-het-klein aan mij voorbij. hartverwarmend, om dat allegaartje aan tweevoeters stiekem te mogen observeren. er is de moeder met een speelgoedverpakking zo breed dat haar armen er amper omheen passen. ze zeult achter haar zoontje aan. hij kijkt zijn fiere ogen uit. er zijn de twee dametjes die een pitstop maken tijdens hun drukke werkdag. ze leveren commentaar bij de ingegooide autoruit van voorbije nacht, en breien er -om de hersenen warm te houden- nog een lijstje van gelijkaardige-feiten-uit-het-verleden aan vast. de mannen van 't stad voorzien de poubellekes routineus van gloednieuwe vuilniszakken. de sterk-gebronsde-man-met-stoppelbaardje tokkelt een spaans ritme op zijn gitaar. en de oude man die zich naast mij neerplofte geniet met de ogen dicht en gulzig van het zonnetje. je zou het er warm van krijgen.