En hebben jullie al hippe schoenen met motiefjes gekocht? Ik kwam daarstraks de schoenwinkelstraat uit en het duizelde bijna motiefjes voor mijn ogen. Horizontale streepjes, zwartwitgrijs vierkantjes, sterretjes in alle regenboogkleuren, doodshoofden zelfs. Gestempelde schoenen. Ik deed dat graag in de kleuterschool. Hoor mij. Volgende maand loop ik er ook mee rond.
Maar ik was met mijn mama in een ministad, en ze duikelde al eens een schoenwinkel of twee, drie, vier binnen. Ik had geen zin in winkelen. Ik moest in die ministad zijn om fotovergrotingen op te pikken. Bij een goeie fotograaf. Maar in een menslievende bui had ik haar meegevraagd. Je kent dat wel, moeders en dochters onder elkaar. Een voormiddag in een ministad vol winkelende mensen. Heel af en toe moet dat kunnen.
En het was er evenementendag. Zodat elke zichzelf respecterende winkel ook een tafeltje op de straatstenen had staan. Met koopdingen. Waardoor de straatjes nog smaller werden, en de mensenmassa nog omvangrijker leek. Drukte. Geen zin in.
Ze paste elke schoen die mogelijk om haar voet zou passen. Ik draaide maar wat verveeld in het rond. En iedere spiegel trok mijn aandacht. Want ik heb gisteren de schaar een beetje in mijn kapsel gezet. Het zag er zo goed uit, gisteren. Vandaag zinde het mij niet. 'Straks een bus haarlak kopen', zei ik. 'Ja goed, maar wat vind je van dít?', glunderde mama. Ik gaf haar een 'yeahyeah whatever'-blik.
Iets daarna stonden we in een levensloze discountshop waar de lokale radio veel te luid door boxen knalde. Ze zag iets leuks, wat uiteraard net ónder die boxen stond. Reiskoffers, voor onze langverwachte reis naar de roots. 'De wieltjes moeten stevig zijn..' overstemde ze de radio. Ik hoorde haar nog vanalles mompelen, maar ik was al gevlucht in mijn inner peace wereldje, want die luide Willy Sommers-adepten en fluogele prijskaartjes, dat is toch écht niets voor mij.
Ik moet daar vijf minuten gestaan hebben en toen gilde ze: 'Wil je die koffer nu of niet!?' 'Mama, je roept', zei ik. 'Jamaar, jij hoort mij niet.' Ze haalde horen en luisteren weer door elkaar. 'Ik met zo'n koffer, kent ze mij nu nog niet beter', dacht ik. Ik zei: 'Nee, ik neem wel gewoon mijn trekzak mee, heb ik dat niet gezegd?' Als het kon, ze had mij ter plaatse ingeruild voor een andere dochter.
We kwamen een lang niet geziene vriendin van haar tegen. 'Oh, is dat je jongste zus?' vroeg die, en ze keek in mijn richting. Mama vond het grappig. Ik iets minder. 'Mama, ik moet haarlak, nú.'
Ik sleurde haar nog mee een kledingwinkel binnen. Een fijne, die we niet hebben in Gent. Ze protesteerde even, want de prijsklasse was haar toch een beetje te hoog. Tien minuten later stond ze met 4 stuks in een pashokje naast het mijne. En ze zwaaide mijn deur open toen ze klaar was. 'Dat is mooi', zei ze. 'Ik weet het', zei ik. Ik paste het in twee maten en wist niet goed welke kiezen. 'Ik zou toch die 38 nemen', zei ze. 'Ja, dat weet ik, je past niet in die 36.' Ik wilde haar terugpakken voor dat zussenincident. 'Ook waar', zei ze droog. Pff, moeders.
Ik graaide nog een bus haarlak mee -hoera- en m'n haar lag goed nog voor ik aan de kassa stond. Veel beter. 'Is dat nu zoveel beter?' vroeg ze, 'ik zie amper verschil.' 'Jaja, het ís beter zo, mama.' Ze keek mij niet begrijpend aan. 'Het voelt gewoon beter, okeee?'
Ik heb een rare dochter, zag ik haar denken. En ik wees naar haar navel. 'Ik kom uit díe buik.' Ik probeerde het zo fier mogelijk te zeggen. 'Gaan we een ijsje eten?' glimlachte ik breed. Ze knikte.